Van ‘ik’ naar ‘wij’ in Arnhem-Oost
In Arnhem-Oost werkten bewoners, professionals en bestuurders het afgelopen jaar aan een verdieping van bewonersbetrokkenheid binnen het Nationaal Programma Arnhem-Oost (NPAO). Een beweging werd ingezet waarin mensen leerden wat er nodig is om uitdagingen niet langer als ‘van mij’ of ‘van jou’ te zien, maar als ‘van ons’. Hoe zit zo’n beweging eruit?
Projectleider Marc Mulder (Movisie) zegt het eenvoudig én treffend: “We wilden niet wéér een advies van buitenaf, maar iets dat écht van binnenuit kwam.” In opdracht van het programmabureau van het NPAO begeleidde Movisie daarom het traject om samen met bewoners een advies te te ontwikkelen over bewonersbetrokkenheid aan de alliantievertegenwoordiging van het NPAO. In Mulders woorden klinkt de intentie van het hele traject: de kracht van de gezamenlijke zoektocht.
Het Advies bewonersbetrokkenheid Arnhem-Oost is samen met bewoners, professionals en bestuurders opgesteld. Het is nadrukkelijk geen blauwdruk: het is een verzameling inzichten over hoe vertrouwen, gelijkwaardigheid en continuïteit kunnen bijdragen aan echte samenwerking in de wijk.
Vanuit gedeelde waarden als transparantie, gelijkwaardigheid en betrouwbaarheid formuleerde de groep leidende principes. Op basis daarvan werkten zij, in samenwerking met bestuurders uit de alliantie Arnhem-Oost, concrete adviezen uit op drie thema’s: zeggenschap, ervaringskennis en bewonersinitiatieven. Het proces besloeg ongeveer een half jaar, waarin ruimte werd gemaakt om elkaar te leren verstaan en vertrouwen te bouwen.
De beweging van ‘ik’ naar ‘wij’
Voor Mulder gaat het om de beweging van ‘ik’ naar ‘wij’. Die ontstaat op het moment waarop een vraag niet meer van één partij is, maar iets wat je samen draagt. “We hebben geleerd dat we vragen niet tegenover elkaar moeten zetten, maar naast elkaar mogen leggen. Dan wordt het van ons allemaal.” Die verschuiving vraagt om een proces waarin bewoners en professionals – leefwereld en systeemwereld – elkaar echt durven en leren verstaan. “Het schuurt soms, maar dat is precies de bedoeling. In die frictie ontstaat ruimte voor een ander soort gesprek.”
Het proces vroeg om geduld en vertrouwen. “We wisten vooraf niet wat eruit zou komen, maar we vertrouwden er wel op dat het goed zou zijn als we het samen deden.” Deelnemers wilden soms snel naar concrete resultaten, terwijl juist het verdragen van de traagheid zorgde dat het echt van iedereen werd. Volgens Mulder hoort daar ook het delen van onzekerheid bij: “Durven zeggen: ik weet het even niet.”
De groep begon met het verkennen van gezamenlijke waarden en vertaalde die stap voor stap in leidende principes. “De leidende principes zijn samen geformuleerd door de groep. Dat is echt van binnenuit ontstaan.” Voor Mulder ligt de waarde niet alleen in het eindrapport, maar vooral in wat het proces mogelijk maakte: “Het advies is niet het doel, maar het gevolg van een proces waarin we elkaar beter hebben leren verstaan.”
We wisten vooraf niet wat eruit zou komen, maar we vertrouwden er wel op dat het goed zou zijn als we het samen deden.Marc Mulder, projectleider bij Movisie
Ruimte om vertrouwen te bouwen
Vanuit het programmabureau was Paula van de Kamp betrokken. “Ik vond het mooi én spannend tegelijk om echt de regie bij bewoners te laten.” Vanaf het begin stond de vraag centraal hoeveel ruimte bewoners konden en wilden nemen. Veel bewoners voelden ongemak en vroegen om kaders en duidelijkheid: binnen welke grenzen konden ze meedoen, en: wat lag al vast? Die behoefte aan houvast was begrijpelijk, maar volgens Van de Kamp groeide juist in die openheid het echte gesprek. “Wij vonden: dit moet een proces van bewoners zijn; zij mogen zelf de kaders stellen.”
Dat vroeg om zorgvuldig balanceren: wanneer geef je bijvoorbeeld wat toelichting om bewoners verder te helpen, en wanneer laat je het proces juist aan hen? “Soms moest ik echt achteroverleunen en ruimte laten voor wat er gebeurde. Het ongemak dat bewoners voelden, voelde ik ook wel.” Gaandeweg groeide het vertrouwen. “Wat ik heel mooi vond: dat de bewoners waarden met elkaar bedachten — transparantie, gelijkwaardigheid, betrouwbaarheid. Daar kun je steeds op terugvallen.” Die waarden werden het fundament waarop de groep verder kon bouwen. Ook bestuurders namen deel aan de bijeenkomsten, wat volgens Van de Kamp belangrijk was voor het gevoel van erkenning en gelijkwaardigheid.
Vertrouwen dat zichtbaar wordt
Voor Heidi Willemsen, bewoner en wijkkenner, krijgt bewonersbetrokkenheid betekenis door te doen. Ook vóór dit traject was ze al volop bezig met bewonersinitiatieven. “We hadden bij ons al blokgesprekken opgezet. We beginnen bij een klein stukje van de wijk, want je kunt niet de hele wijk tegelijk spreken. Gewoon bij mensen thuis, met koffie.” In die gesprekken ging het over wat er speelt. “Dan vraag je: wat gebeurt er in jullie straat, en wat kunnen we daar samen aan doen?”
Belangrijk vond ze dat de gesprekken niet bleven steken bij woorden. “De tweede keer gingen we echt de wijk in, samen met mensen van de gemeente en de woningcorporatie. Dan kun je direct laten zien dat er iets gebeurt.” Dat wekt volgens haar vertrouwen. “Mensen zien: er wordt echt iets gedaan met wat we hebben besproken.”
Met die ervaringen sloot ze aan bij dit traject. “Het was interessant om te zien hoe verschillend de wijken zijn, maar ook hoeveel we van elkaar kunnen leren. We ontdekten samen wat werkt.” Het traject heeft haar bevestigd in wat ze al geloofde: dat vertrouwen groeit wanneer bewoners merken dat hun stem verschil maakt. De groep wijkkenners blijft ook nu nog actief. “We blijven bij elkaar en denken mee aan de tafels waar besluiten worden genomen. Bewonersbetrokkenheid gaat gewoon door.”
De tweede keer gingen we echt de wijk in, samen met mensen van de gemeente en de woningcorporatie. Dan kun je direct laten zien dat er iets gebeurt.Heidi Willemsen, bewoner en wijkkenner
Een andere manier van kijken en doen
Ook Liesbeth van Asten, directeur-bestuurder van woningcorporatie Volkshuisvesting Arnhem, nam deel aan het traject. Ze vond de gesprekken heel waardevol. “Je krijgt echt zicht op wat er speelt, en hoe belangrijk ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid is in ons werk.”
Het rapport dat uit dit traject voortkwam, ziet ze als aftrap voor “het echte werk”. Van Asten benadrukt hier het belang van continuïteit. “Er is veel opgehaald en samengebracht, nu is de kunst om het niet te laten stollen. Hoe zorg je dat die verbinding met bewoners levend blijft?” Ze ziet dat er al veel structuren zijn en dat het aankomt op samenhang. “We hebben allerlei platforms, huurdersvertegenwoordiging, bewonerscommissies, wijkkenners en wijkraden. Dat loopt allemaal naast elkaar. De kunst is om te zorgen dat het elkaar versterkt.”
Van Asten weet hoe lastig het is om als organisatie hier scherp op te blijven. “De zuigkracht van organisaties is groot, voor je het weet ben je weer bezig met je eigen agenda. Maar als je het echt samen wilt doen, moet je durven bewegen van ik naar wij.” Ze stimuleert om op een andere manier te kijken en doen. “We zijn tenslotte allemaal onderdeel van dat grotere geheel. Of je nou bewoner bent, corporatiemedewerker of ambtenaar. We doen het allemaal voor dezelfde wijk.”
Dit kan zich al uiten in kleine dingen. “Een collega zei laatst: ‘ik groet iedereen die ik tegenkom. Het is een moment van contact, een uitnodiging voor een praatje. Dat lijkt onbeduidend, maar het is wezenlijk. Zo bouw je nabijheid.’” In zulke eenvoudige gebaren schuilt volgens Van Asten een houding die het verschil maakt. En misschien is dat wel de kleinste bouwsteen voor bewonersbetrokkenheid.
Een uitnodiging
Voor de beweging van ‘ik’ naar ‘wij’ bestaat geen stappenplan. Het is een houding die vraagt om aandacht, tijd en oefening om te groeien. In Arnhem-Oost is dat zichtbaar geworden in hoe bewoners, professionals en bestuurders elkaar hebben leren verstaan en samen betekenis geven aan wat er nodig is. Het rapport markeert daarbij zeker geen eindpunt: het is de uitnodiging om te blijven luisteren, ruimte te maken en vertrouwen te bouwen — stap voor stap, in het klein én in het groot.
Vijf inzichten uit Arnhem-Oost
- Gedeeld eigenaarschap: Problemen en vragen worden pas oplosbaar wanneer ze van iedereen zijn.
- Investeer in relaties: Samenwerking groeit in ontmoetingen waarin mensen elkaar leren kennen.
- Werk vanuit waarden: Transparantie, gelijkwaardigheid en betrouwbaarheid bieden houvast in het gesprek.
- Maak acties zichtbaar: Vertrouwen groeit wanneer mensen zien dat hun inbreng verschil maakt.
- Zorg voor continuïteit: Blijf aanwezig en kom terug, ook als iets niet lukt.
Aan tafel groeit de gemeenschap
Wijkplannen maak je samen met senioren
WijkWijzer