Wie heeft er een blijvende stempel gedrukt op het vakgebied van samenlevingsopbouw? Grondleggers en voortrekkers zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een vakgebied. Komende tijd portretteren we buurtmakers die op hun eigenzinnige en unieke manier hun sporen hebben verdiend.
Brenger van stadsverhalen: Linda Malherbe

Linda Malherbe (1969) is de creatieve kracht achter Verhalenhuis Belvédère, gevestigd in de oude stadsbuurt Katendrecht.
Oermoeder van het opbouwwerk: Jo Boer
Jo Boer heeft het vak opbouwwerk op de kaart gezet. ‘Opbouwwerkers zijn mogelijk-makers.’
Grondlegger van het Nederlandse buurthuiswerk: Jaap de Bruin
Jaap De Bruin strijdt in de jaren dertig met vuist en hart voor een veilige buurt en het eerste buurthuis in Nederland. Met het oog op het huidige pleidooi voor de sociale basis, zou Jaap de Bruin zich afvragen: ‘Waar zijn de buurthuizen?’Voorvechter van bewonersmacht: Henk Cornelissen
Het gaat niet om de tekortkomingen van de bewoners, maar om hun ongebruikte potenties. Deze mantra omarmt Henk Cornelissen al vroeg als opbouwwerker en voert deze door tot diep in alle haarvaten van de grootste bewonersorganisatie: het LSA.Wethouder die het opbouwwerk prominent maakt: Jan van der Ploeg
In tegenstelling tot de jaren tachtig wordt opbouwwerk nu als luxeartikel gezien. Van der Ploeg was ervan overtuigd dat bewonersparticipatie niet zonder expertise van het opbouwwerk kan en durfde de opbouwwerk status te geven die het in zijn ogen verdiende.De vader van de speeltuinbeweging: Uilke Klaren
Een speeltuin is een vrije ruimte voor kinderen om onbekommerd te kunnen spelen. Maar niet uitsluitend. Volgens de oprichter van de eerste volksspeeltuin in Nederland, is een speeltuin een ontmoetingsplek voor alle buurtbewoners waar vaders en moeders hun handen uit de mouwen steken.Voorman van het opbouwwerk: Wil van de Leur
‘Opbouwwerk is altijd het beroep van de toekomst geweest’, zo klonk het levensmotto van Wil van de Leur. Hij zag opbouwwerk als een zelfstandige, serieus te nemen professie met vakkrachten aan het roer. Zien we het opbouwwerk nog steeds in dit daglicht?Bruggenbouwer in politiek verdeeld Nederland: Mohamed Rabbae
Wegbereider van het buurtgericht werk: Helena Mercier
Begin jaren 80 volgt ook de feminisering van het opbouwwerk. Helena Mercier verbond al ruim 100 jaar eerder de emancipatiestrijd van vrouwen en arbeiders en was drijvende kracht achter de eerste volksacademie van Nederland.
Elfriede Sinester: drijvende kracht achter eerste buurthuis voor meiden
Als Elfriede Sinester in 1985 haar succesvolle buurthuis voor tienermeiden in de Amsterdamse Bijlmer van de grond tilt, is ondersteuning vanuit de overheid nog niet vanzelfsprekend. Toch weet zij haar project tot een succes te maken.Van bouwmeester tot buurtmaker: André van Stigt
Architect van de samenlevingsopbouw: Gradus Hendriks
Gradus Hendriks legt in 1954, na een studiereis in Amerika, de basis voor community organizing in Nederland. Als gedreven topambtenaar pleit hij voor kleinschalige buurtvoorzieningen, ook wanneer schaalvergroting in de mode komt.Voorvrouw van de ‘commons’: Tine de Moor
Duurzaam gebruik zonder bezit. Commons is een bijzonder type gemeenschapsvorming en steeds relevanter in de huidige tijd. Tine de Moor onderzoekt de historie en werking van dit samenwerkingsmodel, dat de menselijke behoefte aan verbondenheid met anderen erkent.Marga Klompé: Minister van Samenlevingsopbouw
Bron: Collectie SPAARNESTAD PHOTO/Henk Blansjaar
Er was een tijd dat de samenlevingsopbouw een eigen minister had. Als Marga Klompé in 1956 aantreedt, is het politieke terrein grotendeels onontgonnen. Eind jaren zestig is het opbouwwerk een gevestigde werksoort. Waar nu hard gestreden wordt voor een goed functionerende sociale basis werd toen al stevig gewerkt aan een solide sociale infrastructuur.
Nalatenschap van een begeesterde minister: Ella Vogelaar
Met haar wijkenbeleid krijgen bewoners grote invloed op de koers en de uitvoering van de wijkaanpak. Daarom gaat deel twee in de serie Iconische buurtmakers over niemand minder dan Ella Vogelaar.