Is iedereen welkom in het Amsterdamse buurthuis?
Rekenkamer constateert belemmeringen op vrijwel alle vormen van toegankelijkheidIn Amsterdam zijn ruim 180 buurthuizen. De gemeente wil dat iedereen daar gebruik van kan maken. Maar in de praktijk zijn niet alle buurthuizen voor iedereen toegankelijk. Dat blijkt uit onderzoek van de Rekenkamer. De gemeente weet zelf niet goed waar verbeteringen nodig zijn. En maakt niet genoeg gebruik van de mogelijkheden die ze al heeft om de toegankelijkheid te vergroten.
Buurthuizen niet altijd voor iedereen toegankelijk
De gemeente wil dat alle buurthuizen voor iedereen toegankelijk zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat ze goed herkenbaar zijn, dat mensen in een rolstoel er naar binnen kunnen en dat een kopje koffie niet te duur is. De Rekenkamer Amsterdam onderzocht in hoeverre dit in de praktijk ook echt zo is. Sommige dingen gaan goed. Er worden bijvoorbeeld veel activiteiten georganiseerd, waar veel verschillende mensen aan mee kunnen doen. Maar er gaan ook dingen minder goed. Vaak is er geen lift of een voor iedereen toegankelijk toilet aanwezig. Of is er weinig informatie te vinden over wanneer een buurthuis open is en wat er te doen is. Het onderzoek laat zien dat er nog veel verbetering mogelijk is om buurthuizen toegankelijker te maken.
Voorbeelden van verhogingen die de bruikbaarheid en betreedbaarheid van buurthuizen door mensen met een fysieke beperking belemmeren.
Gemeente weet niet hoe (on)toegankelijk buurthuizen zijn
De gemeente weet eigenlijk niet goed hoe het staat met de toegankelijkheid. Dat komt doordat de gemeente de mogelijkheden die ze heeft om informatie te verzamelen onvoldoende gebruikt. De gemeente geeft de organisaties aan wie ze subsidie verstrekt bijvoorbeeld weinig prikkels om regelmatig en uitgebreid over toegankelijkheid te rapporteren. Annelies Daalder, directeur van de Rekenkamer: “De gemeente heeft een onvolledig en waarschijnlijk te positief beeld van de stand van zaken.”
“Uit ons onderzoek blijkt dat de inspanningen van de gemeente niet voldoende effect hebben”Annelies Daalder, directeur Rekenkamer
Werken aan toegankelijkheid kan beter
De gemeente vindt toegankelijkheid heel belangrijk en werkt hier op verschillende manieren aan. Daalder: “Uit ons onderzoek blijkt dat de inspanningen van de gemeente niet voldoende effect hebben”. Werken aan toegankelijkheid kan ingewikkeld zijn en brengt dilemma’s met zich mee, erkennen de onderzoekers. Zo kan de gemeente voor een groep mensen de toegankelijkheid verbeteren, maar voelt een andere groep zich daardoor soms juist minder welkom. Tegelijkertijd ziet de rekenkamer tekortkomingen in de manier waarop de gemeente werkt aan toegankelijkheid. Bijvoorbeeld: de gemeente geeft sommige vormen van toegankelijkheid meer aandacht dan andere en stelt geen concrete eisen aan buurthuizen op het gebied van toegankelijkheid.
Advies van de Rekenkamer aan het college
De Rekenkamer adviseert het college om:
- De ambities concreet en realistisch te maken.
- De stand van zaken in beeld te brengen en te houden.
- Het werken aan toegankelijkheid te formaliseren en systematiseren.
- Aan verschillende vormen van toegankelijkheid te werken.
Op 1 oktober bespreekt de commissie OZA de resultaten van het onderzoek.
Over het onderzoek
Het onderzoeksrapport ‘Toegankelijkheid van buurthuizen. Vanzelfsprekend, maar niet vanzelf’ wordt gepubliceerd op 16 september 2025. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: ‘Hoe toegankelijk zijn buurthuizen en wat doet de gemeente om toegang tot deze voorzieningen te waarborgen?’ Om deze vraag te beantwoorden, onderzocht de rekenkamer acht vormen van toegankelijkheid. Daarvoor maakte ze onder meer gebruik van eigen observaties bij buurthuizen in Amsterdam, een eigen enquête onder inwoners van Amsterdam, interviews met welzijnsorganisaties, ambtenaren en belangenorganisaties en bestaande bronnen en data van onder meer CBS en de Hogeschool van Amsterdam. Lees meer informatie over het onderzoek.
Over de rekenkamer
De Rekenkamer Amsterdam-Zaanstad onderzoekt hoe het bestuur van de gemeenten Amsterdam en Zaanstad het gemeentelijke beleid uitvoert. De rekenkamer controleert of het bestuur volgens de regels werkt, de afgesproken doelen waarmaakt en of het daaraan niet meer geld uitgeeft dan nodig. De rekenkamer is onafhankelijk en bepaalt zelf waar ze onderzoek naar doet.
Ook interessant
Grondlegger van het Nederlandse buurthuiswerk: Jaap de Bruin
Iconische Buurtmakers
Plekken die ertoe doen: lessen voor laagdrempelige ontmoetingsplekken
Verslag en reflectie leersessies over laagdrempelige ontmoetingsplekken
WijkWijzer