21 oktober 2024 5 min. Leestijd

Krachtproef zet opbouwwerk stevig op de kaart

Drie dagen vol uitwisseling en inspiratie voor opbouwwerkers
Auteur Wessel Zwartsenberg
Thema's Wijkaanpak

Het driedaagse Krachtproef-festival biedt opbouwwerkers ruimte voor netwerken, kennisuitwisseling en nieuwe energie, met als doel het vak te versterken en samen te werken aan het verbeteren van gemeenschappen.

Wat in 2013 begon als een klein stamppotdiner met veertien deelnemers, is uitgegroeid tot een beweging die het vak van opbouwwerker stevig op de kaart zet. In 2024 is Krachtproef hét evenement voor opbouwwerkers om elkaar te ontmoeten en vol energie en inspiratie er weer tegenaan te kunnen.

Wessel Zwartsenberg, senior opbouwwerker, was erbij vanaf het begin bij: ‘in de winter van 2013 begon het allemaal heel kleinschalig. Met een kleine groep opbouwwerkers afkomstig uit alle delen van het land organiseerden we een stamppotdiner in een buurthuis in Utrecht. We voelden dat er iets moest gebeuren. Opbouwwerk werd steeds meer wegbezuinigd, er was nauwelijks kennisontwikkeling en het vak leek langzaam te verdwijnen.’ Dat diner werd het startpunt van iets groters. In de jaren die volgden, groeide Krachtproef uit tot een driedaags festival met zo’n 110 mensen. ‘Het is zoveel meer geworden dan alleen gezellig samenzijn, het is echt een beweging die het vak weer stevig op de kaart heeft gezet.’

Begin oktober 2024 was er weer een nieuwe editie van het festival Krachtproef. Drie dagen gevuld met lezingen, workshops, uitwisseling met collega opbouwwerkers en nog veel meer. Wessel Zwartsenberg was ook bij deze editie aanwezig en deelt zijn ervaringen op het festival met Buurtwijs.

Drie volle dagen

Wessel vertelt hoe hij tijdens het festival deelnam aan een ‘krappie,’ een soort snelle intervisiesessie. ‘Ik zat in een krappie met een opbouwwerker uit Friesland die klem zat tussen twee groepen bewoners in haar wijk. Ze vroeg zich af hoe ze die twee groepen bij elkaar kon brengen. In tien minuten gaf de groep haar allerlei ideeën en stappen om verder te komen. Dat is de kracht van Krachtproef: je krijgt input van collega’s uit het hele land en kunt meteen aan de slag met praktische oplossingen.’

Ook nam hij deel aan een bustour door Leeuwarden, waar ze een oude gevangenis bezochten die is omgebouwd tot bibliotheek en hostel. ‘Het was bijzonder om te zien hoe deze plek, die ooit mensen opsloot, nu een plek van bevrijding is geworden’, vertelt Wessel. ‘De bibliotheek is nu de huiskamer van de buurt, waar mensen ook samenkomen voor taalactiviteiten of budgetadvies. Het contrast tussen de oude gevangeniscellen en de nieuwe functie van de bibliotheek is indrukwekkend.’ Het geeft een kijkje in de veelzijdigheid van de activiteiten tijdens Krachtproef.’






‘Iedereen die niet van onderop werkt, verspilt gemeenschapsgeld.’Wessel Zwartsenberg

De positie van het opbouwwerk

Het belangrijkste thema tijdens Krachtproef is de rol van opbouwwerk in de samenleving. Hoogleraar en arts Gerjan Navis was een van de sprekers en benadrukte dit met een krachtige uitspraak: ‘Iedereen die niet van onderop werkt, verspilt gemeenschapsgeld.’ Voor Wessel raakte deze uitspraak de kern van het vak. ‘Als opbouwwerker werk je vanuit de mensen in de wijk. Je kunt niet van bovenaf beslissen wat goed is voor een gemeenschap, dat moet van de bewoners zelf komen. Wat vinden zij belangrijk genoeg om in beweging te komen? Bewoners zien zelf het beste wat er speelt in hun wijk.’

Dit idee werd breed gedragen onder de opbouwwerkers op Krachtproef. ‘We voelden allemaal dat er vaak te weinig naar ons wordt geluisterd. Het gebeurt vaak dat beleid van bovenaf wordt bepaald zonder dat er naar de mensen in de wijk wordt gekeken. Maar als je niet luistert naar de buurt verspil je niet alleen geld, maar ook kansen.’

Begin in de wijk, niet bij beleid

Tijdens haar lezing versterkte lector Sociale Integratie Maja Ročak dit idee met de opmerking: ‘When you’re not at the table, you’re on the menu.’ Voor Wessel betekent dit dat opbouwwerkers ook agenderend moeten kunnen werken. Bijvoorbeeld met community organizing, waarbij het bewoners mogelijk gemaakt wordt om aan tafel te komen en hun stem te laten horen. ‘Ons werk begint bij de mensen in de wijk, niet bij uitvoering van beleid. We moeten de kans krijgen om te zeggen: We doen het van onderop of anders niet. Alleen op die manier kun je effectief werken aan het versterken van gemeenschappen. Om als professional de brug tussen buurt en overheid te slaan moet er wel genoeg ruimte zijn. En daar moet aan gewerkt worden. Bijvoorbeeld door eerlijk te zijn over wat er nodig is, ook als dat betekent dat we tegen de stroom in moeten gaan.’

Met energie weer naar huis

Na drie intensieve dagen ging Wessel met meer energie naar huis dan waarmee hij kwam. ‘Je ontmoet gelijkgestemde mensen, en dat is een verademing. Het mooie aan opbouwwerk is dat je een beetje een buitenstaander bent, iemand die de ruimte opzoekt om dingen uit te vogelen. Maar je blijft wel een vreemde eend in de bijt. Daarom is het fijn om met collega’s samen te zijn, ideeën uit te wisselen, en te merken dat je niet alleen bent.’

Hoop voor de toekomst

Tijdens Krachtproef ontmoette Wessel drie jonge opbouwwerkers die net in het vak zijn begonnen. ‘Dat vond ik echt mooi om te zien, jonge mensen die het vak hebben omarmd. Ze zijn vol enthousiasme en energie. Ze weten dat het een vak is waarin je soms tegen de stroom in moet zwemmen, maar dat schrikt ze niet af. Ze willen iets betekenen voor de gemeenschap en hebben een frisse blik op hoe we dingen kunnen aanpakken. Dat gaf me hoop voor de toekomst van het opbouwwerk.’






‘Dit soort momenten zijn voor mij de reden waarom ik dit werk doe.’Wessel Zwartsenberg

De essentie gevonden

Het hele programma laat de kern van het opbouwwerk zien, van de georganiseerde activiteiten tot en met de maaltijden. Zo werd het diner geserveerd in een wijkcentrum, waar lokale bewoners voor iedereen kookten. ‘Het mooie van het eten in het wijkcentrum vind ik dat er met zoveel passie wordt gekookt door die mensen. Ze stonden daar echt met trots de maaltijd uit te delen,’ vertelt Wessel enthousiast. ‘Het was ook super lekker eten. Ik heb al een paar keer in zo’n wijkcentrum gegeten, en dat is eten dat je niet zomaar in een restaurant krijgt.’

Hij benadrukt hoe een bepaalde eenvoud juist de kracht van de maaltijd was: ‘Er zit een soort bevlogenheid in van mensen die dat graag doen, zonder alle poespas die je in een restaurant ziet. Dat vind ik heerlijk, authentiek en verfrissend.’ Voor Wessel was het meer dan alleen een maaltijd, het was een weerspiegeling van waar het in opbouwwerk om draait: verbinding en samen dingen doen. ‘Dit past zo goed bij opbouwwerk: het gaat om de essentie, om mensen die voor elkaar zorgen. Dit soort momenten zijn voor mij de reden waarom ik dit werk doe.’

Lees ook dit interview met Wessel

Maak een account aan

Om artikelen aan je leeslijst toe te voegen en om artikelen en events met bepaalde thema's of van specifieke organisaties of auteurs te volgen, moet je ingelogd te zijn.