Plekken die ertoe doen: lessen voor laagdrempelige ontmoetingsplekken
Verslag en reflectie leersessies over laagdrempelige ontmoetingsplekkenLaagdrempelige ontmoetingsplekken staan volop in de belangstelling. Ondanks bezuinigingen op wijkvoorzieningen in de afgelopen decennia, blijft de behoefte aan toegankelijke plekken in de wijk onverminderd groot. Deze plekken – steeds met verschillende namen zoals buurthubs, multifunctionele accommodaties of ontmoetingscentra – vormen belangrijk ankerpunten in het sociaal weefsel van buurten en wijken. Mensen kunnen hier elkaar ontmoeten, hulp vragen en lokaal ondernemen. De opgedane lessen uit de leersessies delen we in dit artikel.
Op initiatief van het leernetwerk Bewonersbetrokkenheid van WijkWijzer, onderdeel van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV), werden drie leersessies georganiseerd waarin professionals, bewoners en programmabureaus samenkwamen om ervaringen en inzichten uit te wisselen over het ontwikkelen en versterken van dit soort plekken. In veel van de gebieden van het NPLV leeft de behoefte aan meer inzicht in wat werkt bij het opzetten en ondersteunen van laagdrempelige ontmoetingsplekken, als onderdeel van het maatschappelijk vastgoed van de gemeente.
Laagdrempelige ontmoetingsplekken kunnen veel betekenen voor verschillende leefdomeinen: ze bieden ruimte voor ontmoeting, ondernemerschap én maatschappelijke ondersteuning. Tegelijkertijd zijn het ook broedplaatsen waar de systeemwereld van beleid en professionals samenkomt met de leefwereld van bewoners. Juist op die snijvlakken ontstaan kansen én spanningen.
Gemeenschapsgericht leren werken rond ontmoetingsplekken
In de verschillende leersessies werd ook voortgebouwd op verschillende andere publicaties over ontmoetingsplekken waarin thema’s als eigenaarschap, gastvrijheid en samenwerking al uitgebreid werden verkend. Deze thema’s sluiten aan op de gemeenschapsgerichte benadering rond ontmoetingsplekken die in steeds meer wijken van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid centraal komt te staan. Ook de uitgangspunten van Asset-Based Community Development (ABCD) reikt een aantal dialoogthema’s aan die helpen bij het gezamenlijk vormgeven van een gemeenschapsgerichte benadering rond ontmoetingsplekken. Bij ABCD draait het niet om het oplossen van problemen van bewoners, maar om het zichtbaar maken van talenten, hulpbronnen en netwerken in de wijk. Laagdrempelige ontmoetingsplekken kunnen hier een sleutelrol in spelen.
Van relatie naar samenwerking: werkzame elementen uit de praktijk
Er zijn een aantal werkzame elementen die telkens terugkeren in succesvolle voorbeelden van ontmoetingsplekken. De volgende thema’s helpen om tot een gesprek te komen over gemeenschapsgericht werken rond ontmoetingsplekken:
1. Creatie vanuit relatie: hoe werk je aan wederkerigheid tussen professionals en bewoners?
Het opbouwen van gelijkwaardige relaties tussen bewoners en professionals vormt de basis van gemeenschapsgericht werken. Dit vraagt om outreachend werken door zichtbaar en actief te zijn bij activiteiten buiten de ontmoetingsplek, zoals bijvoorbeeld een schoonmaakactie of het werken met mobiele ontmoetingsplekken.
“Het is kansloos om te zeggen dat iemand hier maar heen moet komen. Op de bakfiets met koffie en thee, of tijdens het opruimen van een park, bouw je ook samen aan een relatie. Vanuit daar kom je achter een vraag die je mee kunt nemen naar de ontmoetingsplek, om te kijken hoe je daar die koppeling kunt maken.”Initiatiefnemer WIJ West, Tilburg Noordwest
Het werken aan wederkerigheid rond ontmoetingsplekken vraagt ook om het erkennen en belonen van ervaringskennis van bewoners, en tegelijkertijd het wegnemen van drempels zoals angst voor verlies van een uitkering als iemand begint met vrijwilligerswerk. Hoe beloon je mensen en hoe krijg je ook die mensen zo ver dat ze zich gaan mengen om er een duurzame plek van te maken? De samenwerking met sleutelpersonen om deze angst weg te nemen is hierin cruciaal.
2. Iedereen is welkom: hoe werk je aan de gastvrijheid van de locatie?
Een tweede dialoogthema dat naar voren kwam in de leersessies was het thema van inclusie: in hoeverre voelen verschillende groepen zich welkom op de ontmoetingsplekken in een wijk? Toegankelijkheid en inclusie begint bij een gevoel van gastvrijheid en vraagt daarmee om het nadenken over wat gastvrijheid concreet betekent, bijvoorbeeld op het gebied van ruimtelijke inrichting of de rol van een goede gastvrouw of gastheer bij de ingang van de locatie. Sleutelpersonen kunnen vaak helpen bij hoe hier door verschillende groepen naar wordt gekeken.
In de praktijk zien we dat er rond verschillende locaties ook verschillend kan worden gedacht over een zekere mate van ‘neutraliteit’ van de inrichting en programmering van de locaties. Enerzijds kan een neutrale plek in de wijk van belang zijn, omdat iedereen zich op de locatie thuis en welkom kan voelen: je kunt ervoor kiezen om geen activiteiten te organiseren voor specifieke doelgroepen – zoals voor Turkse vrouwen of voor ouderen – maar activiteiten juist altijd breed toegankelijk te maken voor alle bewoners, en op die manier verschillende culturen en leeftijdsgroepen aan elkaar te koppelen. Toch is neutraliteit voor locaties soms lastig als het gaat om het borgen van basisveiligheid.
“Basisveiligheid is vaak in de eigen taal en eigen groep, om vervolgens de ruimte krijgen elkaar tegen te komen. Als je daar het gesprek over kunt voeren: we willen deze groep de veiligheid geven… Daar moet niet te dogmatisch mee worden omgesprongen.”Community librarian, Eindhoven Woensel-West
Dit gesprek over de toegevoegde waarde van activiteiten voor de eigen taal en eigen groep van sommige minderheidsgroepen, moet per locatie worden gevoerd om hier een consistente visie over uit te kunnen dragen.
3. Eigenaarschap en zeggenschap: hoe werk je aan gedeeld eigenaarschap van bezoekers over de programmering en inrichting?
Deelnemers van de leersessies zijn in diens eigen wijk op verschillende manieren bezig om te werken aan het eigenaarschap van bewoners op dit soort plekken. Maar wie bepaalt wat er gebeurt in een ontmoetingsplek? Echte bewonersbetrokkenheid vraagt om gedeeld eigenaarschap over beide thema’s. Dat betekent niet alleen meedenken, maar ook meebeslissen over programmering, beheer en inrichting.
Dit vraagt om een balans tussen vraaggericht en vraaggestuurd werken, met aandacht voor wat er leeft in de wijk (perspectief van bewoners) én voor wat de plek kan bieden (perspectief van professionals). Onderdeel van het gesprek hierover is het actief polsen of activiteiten ook gedragen zijn door een buurt.
“Als er een ruimte vrijkomt, kom dan samen tot een keuze of iets een lunch- of kunstruimte moet worden.”Deelnemer leersessie
Ruimte voor verschil: het mag liefdevol knetteren
Geconcludeerd kan worden dat ontmoetingsplekken ook plaatsen zijn waar verschillen botsen in cultuur, opvattingen of religie. In plaats van dit te vermijden, werd het belang benadrukt van liefdevol laten schuren: het actief opzoeken van de dialoog tussen bewoners en professionals over de rol van laagdrempelige ontmoetingsplekken.
“Op deze schuurmomenten kun je zoveel mogelijk aan de voorkant duidelijk maken wat je met elkaar van een plek wilt maken. Het is goed om hier juist de pijnpunten benoemt en de belangen expliciet maakt. Dat je oprecht naar elkaar luistert en ook transparant bent over de onmogelijkheden.”Deelnemer leersessie
Wat in de gesprekken over laagdrempelige ontmoetingsplekken bijvoorbeeld nog een pijnpunt blijkt, is de samenwerking tussen verschillende domeinen. Voor het werken aan laagdrempelige ontmoetingsplekken zijn er immers ook belangrijke ruimtelijke randvoorwaarden die van belang zijn voor de verdere ontwikkeling, zoals voldoende flexibele ruimte, ruimte voor anonimiteit en intimiteit en een toegankelijke uitstraling. Hoe kunnen ook dit soort inrichtingsvraagstukken een plek krijgen in een gemeenschapsgerichte benadering van ontmoetingsplekken?
Een onafhankelijk kartrekker kan hierin een belangrijke rol spelen, als verbinder die het grotere gedeelde belang blijft agenderen. Er is uiteindelijk geen blauwdruk voor de perfecte ontmoetingsplek. Maar er zijn wel gedeelde inzichten en gespreksthema’s om lokaal verder te bouwen aan plekken die ertoe doen.
Participatief werken aan versterken ontmoetingscentra in Den Haag Zuidwest
Een inspirerend voorbeeld voor hoe dit gesprek kan worden gevoerd, werd gedeeld door verschillende betrokkenen bij de ontmoetingscentra in Den Haag Zuidwest. Hier is participatief gewerkt aan het versterken van ontmoetingscentra en het leggen van de basis voor het volgen van de resultaten van de ontmoetingscentra volgens de 5 O’s: Ontmoeting, Ontwikkeling, Ondernemerschap, Ondersteuning en Organisatie. Binnen deze aanpak is een eerste stap gezet door samen met de locatiecoördinatoren van verschillende ontmoetingscentra en samen met bewoners te werken aan een gezamenlijk veranderverhaal.
Een veranderverhaal laat het verband zien tussen de doelen en activiteiten die je uitvoert. Er zijn praatplaten gebruikt om de gesprekken met bewoners en professionals te ondersteunen. In gesprek wordt dan duidelijke welke rode draden en gemene delers er zijn, wat een basis oplevert voor de verdere samenwerking. Om effecten van bewonersinitiatieven zichtbaar te maken, kun je bijvoorbeeld de Veranderverhaaltool van Movisie gebruiken.
“Die samenwerking vindt namelijk niet alleen plaats rond één locatie – de verschillende locaties in één groter gebied kunnen juist heel veel van elkaar leren. Dat is van een enorme toegevoegde waarde.”Programmamanager Den Haag Zuidwest
Op deze manier ontstaat er ook een lerend effect tussen de coördinatoren van verschillende plekken. Er is van onderop een gedeelde taal en beeld ontwikkeld over de doelen die de centra samen met bewoners willen bereiken en hoe zij dat willen doen. En hoe zij daarin kunnen samenwerken.
Anneke Brock, Verwey-Jonker Instituut

Plekken die ertoe doen: lessen voor laagdrempelige ontmoetingsplekken
Verslag en reflectie leersessies over laagdrempelige ontmoetingsplekken
WijkWijzer50.000 woningen en extra voorzieningen om leefbaarheid te verbeteren in NPLV-gebieden
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid