Linda Malherbe (1969) is de creatieve kracht achter Verhalenhuis Belvédère, gevestigd in de oude stadsbuurt Katendrecht. In de intieme sfeer van deze culturele broedplaats worden levensverhalen van ‘gewone’ Rotterdammers verzameld en voor een breder publiek toegankelijk gemaakt. Wat ooit begint als locatie voor een tijdelijke fototentoonstelling, is nu een levendig huis voor immaterieel erfgoed en een warme ontmoetingsplek. Sinds de heropening van het gebouw in 2013 groeit het verhalenhuis, met bijna 200 vrijwilligers, uit tot een icoon van Rotterdamse cultuurparticipatie.
Malherbe is een kind van Rotterdam-Zuid. In de wijk waar zij op 3 maart 1969 wordt geboren, lijken kunst en cultuur op het eerste gezicht ver weg. Haar vader maakt lange dagen bij Gist-Brocades in Delft, waar hij werkt aan medicijnen. Haar moeder, die de huishoudschool volgde, is actief als vrijwilliger op de school van Malherbe en haar twee jongere broers. Van poppenkast tot toneel: spelenderwijs maakt zij het belang van creativiteit en gemeenschapsvorming voor haar dochter invoelbaar.
Hartstocht voor verhalen
Al jong ontdekt Malherbe haar liefde voor schrijven en fotografie. In het maken van de schoolkrant vindt ze haar passie: zoeken naar inspirerende verhalen. Ze reist door het land om mensen te interviewen die haar aanspreken. Na het VWO droomt ze van een studie journalistiek of fotografie. Helaas wordt ze op de School voor Journalistiek uitgeloot en bij de opleiding fotografie afgewezen.
Ze gaat niet bij de pakken neerzitten. Via tijdelijke banen rolt ze langzaam de wereld van cultuur en evenementen in. Daar kan ze haar nieuwsgierigheid kwijt en haar professionele vaardigheden ontwikkelen. Vrijwilligerswerk bij Theater De Stoep in Spijkenisse resulteert in een baan bij Rotterdam Festivals. Daar raakt ze betrokken bij de organisatie van grote evenementen en ervaart ze hoe culturele projecten het leven van mensen kunnen verrijken.
Leerschool
Later volgt Malherbe in de avonduren de opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV) aan de Hogeschool Rotterdam, een – inmiddels opgeheven -studierichting waarin welzijnswerk werd gecombineerd met cultuur. De inhoud sluit naadloos aan bij haar dan al ontspruitende visie: cultuur en maatschappelijke betrokkenheid betekenisvol met elkaar in verband brengen.
Ze specialiseert zich in het ontwerpen van scenario’s voor nieuwe vormen van ontmoeting en verbinding. Persoonlijke verhalen vormen voor haar daarbij telkens de rode draad. Ze is van mening dat als je de verhalen van mensen op een aantrekkelijke wijze vastlegt, anderen daar van nature in geïnteresseerd zijn.
Eigen bureau
Na zeven jaar bij Rotterdam Festivals kiest Malherbe voor zelfstandigheid. Via haar bureau Onkruid & Roos legt ze zich toe op evenementen en projecten – met story telling als kern. In 2008 zet Malherbe, samen met fotograaf Joop Reijngoud, het fotoproject Rotterdam, de Zuiderlingen op. Dit mondt uit in een openluchttentoonstelling bij de Maashaven.
Parallel daaraan verschijnt een publicatie. Het boek bevat 155 kleurrijke groepsportretten van uiteenlopende gemeenschappen in Rotterdam-Zuid, variërend van sportverenigingen en muziekgroepen tot religieuze gemeenten en een Surinaamse zangvogelvereniging. Gegrepen door de zeggingskracht van de verhalen raakt ze ervan overtuigd dat het goed zou zijn als iemand van maatschappelijk aanzien de waarde ervan zou onderstrepen. Ze stuurt een mail naar het Koninklijk Huis en nodigt koningin Beatrix uit bij de opening van de expositie. De koningin kwam en ze was zo onder de indruk van het getoonde dat ze zich afvraagt of zulke activiteiten niet in heel Nederland kunnen worden georganiseerd.
Katendrecht als medespeler
Speurend naar een overdekte locatie voor de foto-expositie stuit Malherbe op het hoekpand Belvédère in Katendrecht, een plek met een rijke, soms roerige geschiedenis. Het pand aan de Rechthuislaan, gebouwd in 1894, heeft talloze functies gehad: café-restaurant, jazzdancing, bioscoop, worstelarena, nachtclub.
Het gebouw is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van Katendrecht. Een wijk die ooit groene buitenplaats was, vervolgens havenkwartier en daarna eerste Chinatown van Europa. Uiteindelijk groeide het uit tot een rauw stadsgebied. De verhalen van zeelieden, nachtclubuitbaters, migranten en kunstenaars vormen een rijke voedingsbodem.
De Volkskeuken: verhalen aan tafel
In 2010 ontstaat het eerste vaste programma: de Volkskeuken. Iedere eerste vrijdag van de maand bereidt een Rotterdammer – vaak met een migratieachtergrond – zijn of haar favoriete gerechten. Al kokend vertelt deze persoon dan fragmenten uit zijn of haar levensverhaal. Het concept werkt: geuren en smaken brengen gesprekken op gang. Van lieverlee ontstaat een vaste kern van bezoekers en het idee rijpt om het hele pand te benutten voor het vertellen van verhalen, het houden van ontmoetingen en het ontwikkelen van culturele programma’s.
Anno 2025 is de Volkskeuken dagelijks open. Lunch, avondprogramma’s en kook- en vertelworkshops bieden bewoners en passanten een plek om samen te eten en verhalen aan elkaar te vertellen. De Volkskeuken vormt ook het hart van de zaalverhuur: bij feesten, trainingen of teamdagen koken gastkoks voor gezelschappen.
Heldere drijfveer
Aan de uitbouw van Verhalenhuis Belvédère ligt geen masterplan ten grondslag. Wel is door de tijd heen sprake van een heldere drijfveer: prikkelen tot het vertellen van verhalen en tot het ontsluiten van deze verhalen voor een grotere groep wijk- en stadsbewoners. Al vanaf de eerste exposities worden persoonlijke geschiedenissen vervlochten met kunst en fotografie. Bezoekers komen vaak spontaan binnen met herinneringen. Regelmatig worden ook foto’s en objecten aangeboden.
Linda Malherbe laat zich onder meer inspireren door Orhan Pamuk. Deze Turkse schrijver pleit in een manifest voor kleinschalige, lokale musea . Volgens hem zijn de persoonlijke, alledaagse verhalen van individuen rijker en boeiender dan de zogenaamd representatieve verhalen verteld door de maatschappelijke elites. Ook aan het ROMA theater in Antwerpen spiegelt Malherbe zich. Dit monumentale art-decogebouw, middenin de multiculturele wijk Borgerhout, staat bekend als een muziektempel met een gevarieerd hedendaags aanbod, maar vervult ook een duidelijk lokale functie. Er is veel ruimte voor sociale programma’s en open huis-activiteiten.
Van slooppand tot lichtend voorbeeld
Het pand Belvédère staat jarenlang op de nominatie om gesloopt te worden. Door aan de slag te gaan en draagvlak te creëren, overtuigt Malherbe de eigenaar van de meerwaarde van het huis voor de buurt en de stad. In 2012 wordt het gebouw – met steun van particulieren, Rabobank en fondsen – via een innovatieve regeling, de zogeheten Belvédère Obligaties, aangekocht. De obligaties, die een waarde vertegenwoordigen van 2500 euro en in vijf jaar worden omgezet in een schenking, brengen honderden betrokkenen samen in de “Bende van de Zwarte Hand”. De naam is een speelse verwijzing naar de boeken over de Rotterdamse straatjongen Pietje Bell. De groep sympathisanten, die in de loop der tijd flink groeit, draagt het huis niet alleen financieel maar ook inhoudelijk.
In ruim tien jaar groeit het Verhalenhuis van lokaal grassrootsinitiatief zelfs uit tot nationaal voorbeeld. Flink wat gemeenten en culturele instellingen tonen interesse in de formule. Wat meewerkt is een wijziging in het voorheen nogal stoffige landelijk erfgoedbeleid. In lijn met het Verdrag van Faro kiest Nederland sinds enkele jaren voor een omgang met erfgoed waarbij burgers actief worden betrokken bij hun geschiedenis.
Via het zogeheten Verhalendepot heeft het Verhalenhuis Belvédère sinds enkele jaren zijn vleugels uitgeslagen in heel Rotterdam. In samenwerking met gemeenschappen uit de stad (zoals de Chinese, Joodse, Kaapverdische gemeenschappen en Rotterdammers uit de wederopbouwperiode) is een dynamische collectie aangelegd met verhalen en objecten. In het najaar van 2025 verhuist de collectie van Depot Boijmans Van Beuningen naar het nieuwe migratiemuseum Fenix.
Filosofie en toekomst
Linda Malherbe is een pionier met een visie. Ze ontvangt belangrijke prijzen, zoals de Laurenspenning (2017) en de Visionary Award van Kunstinstituut Melly (2022[HK2] ). Ze slaagt erin om een bedreigd historisch pand te behouden en het te transformeren tot een levendige culturele huiskamer. Cultuur en erfgoed zijn volgens Malherbe zeer geschikte middelen voor betekenisvolle – buurt- en stadsgebonden – geschiedschrijving. Haar pionierswerk verandert het denken over de relatie tussen erfgoed, cultuur en gemeenschapsvorming. Zo geeft ze het wijkgericht werken een nieuwe dimensie.