16 december 2025 4 min. Leestijd

Erfgoed als middel om gemeenschappen te activeren

Bij het herstel van vertrouwen in kwetsbare gebieden kan erfgoed een grote rol spelen. Dat blijkt uit tientallen Faro-projecten, waarbij niet zozeer het erfgoed zelf, maar de mens centraal staat. Het leidde bijvoorbeeld tot buurtverbetering in Zaandam, nieuwe waardering voor jaren 70-buurten in Almere en de verbinding tussen gebedshuizen en nieuwe doelgroepen in Rotterdam.

In Poelenburg-Peldersveld, een wederopbouwwijk in Zaandam en een van de twintig kwetsbare gebieden uit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NLPV), onderzochten community builder Sander van der Ham en sociaal geograaf Ivan Nio de betekenis van buurtplekken en de inzet van bewoners voor hun buurt. Leidraad was daarbij het idee van ‘terloops’ of ‘alledaags’ erfgoed: erfgoed krijgt pas betekenis door de waarde die bewoners er in hun dagelijkse leven aan geven. Het onderzoek, dat onder andere uitmondde in een kansenkaart, werd uitgevoerd in opdracht van gemeente en woningcorporaties Parteon, Rochdale en ZVH, vooruitlopend op de fysieke ontwikkelingsagenda binnen PACT Zaandam Oost.

Het project is een van de tientallen projecten die gemeenten uitvoerden binnen het Faro-programma van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Dat programma zet erfgoed in om burgers te betrekken, sociale cohesie te bevorderen en de leefomgeving te versterken. Het Verdrag van Faro, dat in 2024 door Nederland werd ondertekend, zet niet het monument centraal, maar de mensen die zich met erfgoed verbonden voelen. Het richt zich op de maatschappelijke waarde van erfgoed en op het recht van inwoners om actief deel te nemen aan erfgoedzorg. Dat maakt van Faro een potentieel instrument voor zowel gemeentelijke opgaven als het vormgeven aan het NLPV-programma: het versterken van participatie, het verbeteren van leefbaarheid en het vergroten van vertrouwen tussen inwoners en overheid. Erfgoed kan praktische aanknopingspunten bieden voor omgevingsvisies, gebiedsontwikkeling, sociaal beleid en participatietrajecten.

Flat Fiësta bij torenflat Brandaris in de wijk Peldersveld

Flat Fiësta bij torenflat Brandaris in de wijk Peldersveld

Positiever dan gedacht

Nio interviewde in Zaandam vijfentwintig bewoners over de buurtvoorzieningen en openbare ruimte over de potentiële kwaliteiten van de kwetsbare wijk. Hij ontdekte vier sociale groepen met ieder een andere kijk op hun omgeving: autochtone ouderen die vaak een gevoel van verlies over hun buurt hebben, Turks-Nederlandse gezinnen met sterke netwerken en een positief buurtgevoel, op het stadscentrum georiënteerde jongeren en ten slotte de nieuwkomers, met een pril netwerk en een behoefte aan nabije voorzieningen. ‘Sommige bewoners hebben binnen de wijk ‘wooncarrière’ gemaakt’, zegt Nio. ‘Daardoor zijn zij best positief over hun wijk.’

Uit buurtinterviews bleek dat er veel mogelijkheden zijn om de buurt te versterken met kleine ingrepen. Denk aan meer aandacht voor voetgangers, het vernieuwen van speelplekken en het plaatsen van bankjes. Vooral de collectieve binnenterreinen van portiekflats zijn, ondanks hun slechte imago, erg geliefd. Conclusie van de onderzoekers: ‘Er zijn veel meer positieve verhalen over de wijk te vertellen dan vaak gedacht wordt.’

Aansluiten bij gemeentelijke opgaven

In Almere onderzocht universitair docent Lidwine Spoormans van TU Delft hoe gemeenten inwoners kunnen betrekken bij het waarderen van jong erfgoed. In Almere konden inwoners lopend door de wijken Schoolwerf en de Bouwmeesterbuurt met een speciale app (‘de WijkWijzer’) hun gebouwde omgeving waarderen. ‘Woningen gebouwd na 1965 worden nog niet altijd even positief gewaardeerd, terwijl zij vaak wél betekenisvolle plekken zijn voor bewoners’, vertelt Julia Dorenbos, beleidsadviseur Monumenten in Almere. ‘Veel erfgoedbeleid wordt top-down ontwikkeld, maar wij willen als gemeente al langer weten wat er gebeurt als je aan inwoners zélf vraagt wat zij belangrijk vinden.’ De waarderings-app hielp bewoners te reflecteren met vragen over de buurt, omgeving, woning, gebruikte materialen en ornamenten. Zo bleken in Schoolwerf, de eerste wijk van Almere, inwoners veel waarde te hechten aan de hofjesstructuur en de mogelijkheden die hofjes bieden om te spelen en elkaar te ontmoeten.

Alle uitkomsten van het TU Delft-project – met gegevens uit wijken in Almere, Utrecht, Zoetermeer en Delft – worden geanalyseerd en gepubliceerd. Interessant, vindt Dorenbos, om de karakteristieke materialen, woningtype, gebruiksperspectief en straten te kunnen vergelijken met soortgelijke wijken in Nederland. Aan de hand van de uitkomsten kunnen ook waardekaarten worden opgesteld, die extra informatie bieden bij herontwikkelingsopgaven en bij het Omgevingsprogramma. De data kunnen breder worden ingezet dan alleen voor erfgoedbeleid, zoals bij vraagstukken op het gebied van sociale cohesie, de woningvoorraad en de energietransitie.

Talentfeest bij de Lobeliusflat in de wijk Poelenburg

Talentfeest bij de Lobeliusflat in de wijk Poelenburg

Gemeenschappen verbinden

Maar ook bij het verbinden van gemeenschappen kan Faro een bijdrage leveren. Ankie Petersen en Sander Ummelen organiseren jaarlijks onder de Faro-vlag het Rotterdamse festival Heilige Huisjes Rotterdam, waarin religieuze gebouwen op zoek gaan naar nieuwe programma’s en gemeenschappen. Vier dagen lang organiseren zo’n 45 gebedshuizen een publieksprogramma voor de stad. Locaties en creatieve makers worden tijdens een matchmaking-avond aan elkaar gekoppeld: samen bedenken ze hoe de makers kunnen aansluiten bij de erfgoedverhalen van de locaties. Zo maken bewoners op een eigentijdse, toegankelijke manier kennis met Rotterdamse religieus erfgoed. Veel kerken kampen met leegloop en een hoge energiekosten, en zoeken naar manieren om hun gebouw weer relevant te maken voor een nieuw publiek.

In de meeste gebouwen die meedoen, wordt nog steeds gekerkt. Zo vond tijdens de eerste festivaleditie de opening plaats in Citykerk Het Steiger van de Rooms-Katholieke Johannesparochie; een groot, brutalistisch kerkgebouw vlak bij de Markthal. Ook migrantenkerken nemen deel aan Heilige Huisjes. Die staan weer voor heel andere uitdagingen, omdat zij juist sterk groeien. ‘Zij zitten vaak in een tijdelijke locatie, zoals een loods of garage’, vertelt Ummelen. Een andere deelnemer is de Laleli Moskee in Charlois. Van buiten lijkt de moskee net schoolgebouw uit de jaren ’70, maar van binnen is hij voorzien van een prachtige gebedsruimte. ‘Moskeeën hebben vaak behoefte aan meer connectie met de stad’, vertelt Petersen. ‘In een tijd met veel polarisatie is openstelling voor hen extra belangrijk.’

Faro-platform

Zo zijn er meer voorbeelden te noemen, van zowel verbetering van de leefomgeving als van het herstellen van vertrouwen in kwetsbare gebieden. Op de Faro-pagina voor gemeenten van het platform zijn handvatten voor gemeenten te vinden, een stappenplan, praktijkvoorbeelden en een lerend netwerk om ervaringen uit te wisselen. De pagina biedt inzicht in hoe je erfgoed kunt inzetten als middel om beleid te versterken en hoe je daarbij meerdere domeinen verbindt.

Maak een account aan

Om artikelen aan je leeslijst toe te voegen en om artikelen en events met bepaalde thema's of van specifieke organisaties of auteurs te volgen, moet je ingelogd te zijn.