04 maart 2024 7 min. Leestijd

Samenwerken aan preventie: de rol van de zorgverzekeraar in Heerlen-Noord

Voorproefje op deel 2 van 'Slagkracht in de wijk'
Auteur Annemiek van Tol en Annius Hoornstra
Foto: de lancering van het Nationaal Programma Heerlen-Noord

In Heerlen-Noord worden mensen minder oud en ligt de ervaren gezondheid van bewoners een stuk lager dan gemiddeld in Nederland. Dat merkt zorgverzekeraar CZ. Jaarlijks gaat er ruim honderd miljoen meer naar de Mijnstreek dan naar gebieden van vergelijkbare omvang. Hoe kunnen gezondheidsachterstanden en zorgkosten worden verminderd? We spreken over de aanpak en financiering van gezondheidsachterstanden in Heerlen-Noord en de rol van de zorgverzekeraar in de wijkaanpak met Wiro Gruisen (manager regioregie CZ) en Simone Claessens (Nationaal Programma Heerlen-Noord, programma Gezondheid en Veiligheid). Vooral preventief investeren in gezondheid blijkt lastig.

Gezondheidsachterstanden

Heerlen-Noord wordt aangemerkt als een van de twintig meest kwetsbare gebieden van Nederland en valt daarom onder het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). Mensen zijn armer, meer mensen hebben een uitkering, het gebied vergrijst en mensen leven aanzienlijk minder jaren in goede gezondheid dan gemiddeld in Nederland. Ook de ervaren gezondheid is lager. Simone Claessens zegt hierover: “Armoede, vaak doorgegeven van generatie op generatie, heeft de levenskansen, bestaanszekerheid en gezondheid van tienduizenden Heerlenaren aangetast. Het is in Heerlen-Noord simpelweg moeilijker om gezond op te groeien, een goede woning te vinden, goede onderwijsresultaten te boeken en een goed betaalde baan te vinden.” Dit is terug te zien in de cijfers: het aandeel levend geboren baby’s met een geboortegewicht onder de 2500 gram, is twee keer hoger in Heerlen-Noord dan in de rest van Nederland. Twee derde van de bewoners heeft overgewicht, een kwart van alle bewoners heeft obesitas.

Armoede heeft de levenskansen van tienduizenden Heerlenaren aangetastSimone Claessens

Extra kosten in de zorg vraagt om investeren buiten de zorg

De verzekeraar CZ (Centrale Zorgverzekeraars) is een partner in het Nationaal Programma Heerlen-Noord (NPHN). CZ, van oudsher marktleider in het gebied, legt jaarlijks 25 miljoen bij op gezondheidskosten in Heerlen-Noord, meerkosten die niet te verklaren zijn door een correctie op leeftijd, geslacht of sociaaleconomische status. “Normaal gesproken draaien we aan de efficiency-knop om te voorkomen dat premies omhooggaan: besparen op de kosten van zorg door de zorg slimmer te organiseren,” vertelt Wiro Gruisen. Maar een aantal jaar geleden constateerde CZ dat in gebieden zoals Heerlen-Noord het slimmer organiseren van de zorg alléén geen succesvolle strategie is. Gruisen: “Wanneer je niet stuurt op een betere gezondheid van de mensen die in deze gebieden wonen, bereik je niet het gewenste effect, dan blijft het dweilen met de kraan open.” Preventief sturen op gezondheid is echter wettelijk gezien geen taak voor een zorgverzekeraar. In Heerlen-Noord is CZ daarom genoodzaakt om haar grenzen te verleggen en intensiever op te trekken met partners uit andere leefdomeinen.

Wanneer je niet stuurt op een betere gezondheid van de mensen die in deze gebieden wonen, blijft het dweilen met de kraan openWiro Gruisen

Gruisen legt uit dat preventief investeren om de zorgopgave in Heerlen-Noord te verkleinen op het eerste gezicht een logische gedachte is, maar dat dit vooral inzet vraagt op domeinen die niet onder de publiekrechtelijke taakstelling vallen van de zorgverzekeraar, zoals wonen, werk, onderwijs et cetera. “We hebben publieke middelen die we wettelijk alleen mogen gebruiken voor het stukje waar wij van zijn, namelijk zorg. Slechts een beperkt aantal preventieve interventies valt onder de Zorgverzekeringswet.” Wat de zorgverzekeraar wel kan doen is intensiever samenwerken met de regionale en lokale partners, niet alleen binnen maar ook buiten de zorg, zoals in de Alliantie Heerlen-Noord. Gruisen voegt daaraan toe: “En we kunnen bij de politiek aandacht vragen voor de noodzaak om als samenleving extra te investeren in gebieden zoals Heerlen-Noord.”

De historische context

Simone Claessens, die hiervoor curator was bij het Nederlands Mijnmuseum, schetst de bijzondere historische context van de problematiek in Heerlen-Noord: “Bekend is dat de Oostelijke Mijnstreek in Zuid-Limburg rondom Heerlen, Hoensbroek en Brunssum tot eind jaren zestig een bloeiende economie had, die sterk afhankelijk was van steenkoolwinning. In de winkelstraten in Heerlen-Noord liepen de dames in bontjassen rond. Toen begin jaren zeventig de mijnen werden gesloten, had dit een hele grote impact.” De lokale economie stortte in en de samenstelling van de bevolking veranderde. Veel hoogopgeleide bewoners vertrokken. En de zorg en bescherming die mijnwerkers en hun gezinnen van de mijnbedrijven ontvingen verdween. Gruisen vult aan: “Van oudsher konden mensen voor heel veel zaken bij de mijnbouwbedrijven terecht. Nu kloppen ze bij klachten al sneller dan elders in het land aan bij de dokter. In een onderzoek uit 2015 van de universiteit van Maastricht en de GGD wordt dit de ‘Limburgfactor’ genoemd. Mensen hebben een ongezondere levensstijl en zijn eenzamer dan gemiddeld. En ze zijn verminderd zelfredzaam.

De regionale zorgaanpak

Deze regionale zorgproblematiek heeft ook regionaal geleid tot een brede langjarige aanpak. Onder het motto Trendbreuk Zuid-Limburg hebben zestien Zuid-Limburgse gemeenten, de GGD, de provincie Limburg en onder andere CZ de ambitie uitgesproken om de gezondheidsachterstanden in 2030 ten opzichte van de rest van Nederland met een kwart te verminderen. De aanpak focust op het (ongeboren) kind. “Een ongezonde levensstijl en alle factoren daaromheen worden van generatie op generatie doorgegeven. Die trend moeten we doorbreken, en aandacht voor een gezonder leven vindt het meeste weerklank bij de bewoners als het gaat om hun kind of ongeboren kind”, legt Claessens uit. Ze vult aan: “We moeten ons ook focussen op een gezonde leefomgeving die generaties aantast, dus niet alleen aandacht voor gezonder leven maar vooral ook de leefomgeving.” Er wordt ingezet op het aanbieden van dagelijks groente en fruit op basisscholen, extra kraamzorg, het begeleiden van ouders en kinderen en het gratis aanbieden van spullen zoals een wiegje of kinderstoelen.

Een ongezonde levensstijl en alle factoren daaromheen worden van generatie op generatie doorgegevenSimone Claessens

Versterken van gebiedsgerichte netwerken

Heerlen-Noord is aangesloten bij de brede regionale aanpak, maar doet hier een schepje bovenop door het netwerk van bewoners te versterken, onder andere in de zogenaamde Sjpruut-cafés voor zwangere moeders. Simone Claessens: “Als professional zien we soms dat een aanpak niet werkt. De pavlovreactie is om dan een nieuwe aanpak te ontwikkelen. Onze inzet is dat niet de aanpak de kern is, maar het bereiken, betrekken en vasthouden van bewoners. Wij zetten daar extra op in. We maken gebruik van de aanpakken die er zijn en verbinden deze met elkaar om het bereik te versterken: jonge ouders komen bij het Sjpruut-café terecht na een bezoekje van de ooievaars-moeders.”

Niet de aanpak is de kern, maar het bereiken, betrekken en vasthouden van bewonersSimone Claessens

CZ zet zich in het gebied tevens in voor zogenaamde Pluswijken samen met onder andere de GGZ, Thuiszorg en huisartsen, het buurtteam en informele hulp. Dit is een netwerk dat voortbouwt op eerder opgezette ‘Pluspraktijken’. Samen met CZ verbinden meer dan zeventig huisartsen uit het gebied zich in een netwerk. In dit netwerk wordt kennis uitgewisseld en maakt men afspraken over bijvoorbeeld terughoudendheid bij het doorverwijzen naar ziekenhuizen. Vaak is het verstandiger om een ziekenhuisbezoek te vermijden en contact op te nemen met het welzijnswerk of lotgenotencontact. Dit netwerk van Pluspraktijken wordt nu gebiedsgericht doorontwikkeld tot een netwerk van Pluswijken. Met inzichten uit de wijk wordt een brede aanpak op gezondheid opgezet en wordt verbinding gemaakt met partners van buiten de zorg. Gruisen: “Als je iets wilt doen aan bijvoorbeeld eenzaamheid kom je op terreinen die ver weg liggen van een zorgverzekeraar: werk, wonen, de inrichting van de openbare ruimte, onderwijs.”

Gebiedsgerichte bekostiging

Daarnaast wordt er als het om de ondersteuning door de gemeente gaat een zogenaamde taakgerichte populatiebekostiging toegepast Sterrenberg, L. (2020, 4 mei). De rol van populatiebekostiging bij de transformatie van het sociaal domein. Platform31. 1 , wat wil zeggen dat de zorgaanbieder geld krijgt op basis van de kenmerken en omvang van de bevolking in een gebied. Normaal wordt een zorgorganisatie niet gebiedsgericht gefinancierd, maar krijgt bijvoorbeeld betalingen per verrichting. Met populatiebekostiging kunnen zorgaanbieders zelf keuzes maken wat de beste zorg of ondersteuning is en een bijdrage leveren aan preventief werken aan gezondheid. De gemeente Heerlen geeft hierin een deel van de beleidsautonomie weg.

Wanneer we op kleine schaal kunnen laten zien dat iets werkt, kunnen we op landelijk niveau de systemen ter discussie stellenWiro Gruisen

Hoewel de zorgverzekeraar momenteel geen directe rol heeft in de preventie van gezondheidsachterstanden, blijft men gezamenlijk onderzoeken hoe de zorgverzekeraar hierin een grotere rol zou kunnen pakken. Voor nu is ze in ieder geval wel de kanarie in de kolenmijn. Aan de structurele hoge zorgkosten in bepaalde gebieden valt namelijk af te lezen dat daar iets fundamenteel niet in orde is. Vanuit dat perspectief zijn ze betrokken. Gruisen vat samen: “Omdat we financieel ingeperkt zijn zetten we, als landelijke verzekeraar, vooral in op het stimuleren van regionaal samenwerken en financiële doorbraken op kleine schaal. Wanneer we op kleine schaal kunnen laten zien dat iets werkt, kunnen we op landelijk niveau de systemen ter discussie stellen. Dat is het voordeel van landelijk opereren. Wij kunnen lobbyen en adresseren om uiteindelijk een systeemverandering te genereren.”

Binnenkort verschijnt het tweede deel van het Praktijkboek Slagkracht in de Wijk. Hierin wordt aandacht geschonken aan de financiële strategie van de wijkaanpak. Mooi dat er ambities zijn en maatregelen bedacht, maar hoe moet dat worden betaald? Een aanpak die vaak vele jaren beslaat, stuit al snel op financiële mogelijkheden of regels die niet zover vooruitkijken. Bovendien betekent de breedte van de aanpak een breed palet aan subsidies en per sector of betrokken partij verschillende spelregels. Hoe los je dat op? De kern is een adaptieve en wendbare strategie, die meebeweegt met de middelen die er wel zijn en die zijn basis vindt in het commitment van partners.

Dat inzicht is grotendeels gebaseerd op goede voorbeelden uit de praktijk van de twintig focusgebieden. Uit deze gebieden sprongen er een paar voorbeelden uit en dat was een mooie aanleiding voor enkele verdiepende gesprekken. Daaruit kwamen weer genuanceerde inzichten, interessant voor een spade dieper als het gaat om het maken van een financiële strategie.

De komende maanden lichten we een tipje van de sluier door het publiceren van vier verdiepende praktijkvoorbeelden. Vandaag: Nationaal Programma Heerlen-Noord, waar het programmabureau en de zorgverzekeraar samenwerken aan gezondheidspreventie.

Maak een account aan

Om artikelen aan je leeslijst toe te voegen en om artikelen en events met bepaalde thema's of van specifieke organisaties of auteurs te volgen, moet je ingelogd te zijn.