Van polarisatie naar verbinding in de wijk: wat werkt?
De 3S-Drevenbuurt in Utrecht Overvecht staat bekend om haar diversiteit en bijbehorende uitdagingen. De buurt werd geselecteerd voor de pilot Van Polarisatie naar Verbinding. Er werd gekeken naar de polarisatie tussen verschillende groepen bewoners en het wantrouwen richting de overheid en instanties. Het doel? Een veiligere, meer verbonden gemeenschap waarin iedereen, ongeacht achtergrond, zich thuis voelt. Dit artikel duikt in de methodieken, resultaten en de sociale impact van de pilot, met een focus op wat andere wijken hiervan kunnen leren.
Spanningen op het wereldtoneel, een vluchtelingen-, energie- en woningcrisis, inflatie, verhitte debatten in de Tweede Kamer, wantrouwen, bewoners die zich onvoldoende gehoord, gezien of achtergesteld voelen. Allemaal voorbeelden van spanningen die kunnen leiden tot wij-zij denken of polarisatie tussen bewoners onderling (horizontale polarisatie) en tussen bewoners en professionals (verticale polarisatie). Een actueel en complex vraagstuk waar ook Utrechtse wijken mee te maken hebben. Om deze reden is vanuit de wijkaanpak Samen voor Overvecht de samenwerking gezocht met collega’s van Utrecht Zijn We Samen voor het opzetten en uitvoeren van een pilot voor een concrete aanpak op buurtniveau. Zo is er een verbinding gelegd tussen de wijkaanpak vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid en een breder traject in Utrecht dat polarisatie, radicalisering en extremisme in de stad wil tegengaan.
De keuze voor de 3S-Drevenbuurt
De keuze om de pilot uit te voeren in 3S-Drevenbuurt komt voort uit de complexe polarisatie dynamieken in deze buurt. Ron van Wonderen, als onderzoeker van Verwey-Jonker Instituut betrokken bij deze pilot, beschrijft het startpunt. “We wilden in Utrecht Overvecht aan de slag met een methodiek gericht op meer verbinding en positief samenleven. Samen met professionals uit verschillende domeinen, zoals sociaal werk en veiligheid, hebben we gekeken naar welke buurten het meeste baat zouden hebben bij deze aanpak.” In deze buurt is ook sprake van een lopende buurtaanpak gekoppeld aan sociaal renoveren. De aanwezigheid van deze buurtaanpak maakt het makkelijker om wijkpartijen om de tafel te kunnen krijgen voor samenwerking in de pilot.
De methodiek die is ingezet is gebaseerd op de handreiking en het analyse-instrument Van polarisatie naar verbinding in buurten van het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS). Samen bieden deze handreiking en tools een raamwerk om de complexe lagen van polarisatie in een buurt te analyseren en daar passende interventies aan te koppelen. Een belangrijk aspect van deze aanpak is het vroegtijdig betrekken van bewoners in het proces. Wil je meer weten over polarisatie, de verschijningsvormen en aanpak? Lees dan het artikel Werken aan weerbare buurten tegen polarisatie.
Vroegtijdig bewoners betrekken
Monique Theijsmeijer, wijkadviseur Overvecht van de gemeente Utrecht, benadrukt de intensiteit van de gekozen methodiek. “Er waren drie netwerken actief. Stichting DOCK kende al veel bewoners, de woningcorporatie wist ook mensen te vinden om mee te doen aan het onderzoek, en de gebiedsmanager Veiligheid Overvecht was betrokken. Samen liepen we rond in de flats en probeerden zoveel mogelijk bewoners te bereiken. We bezochten ook plekken zoals de wasserette, waar mensen wachtten op hun was. En ook het buurthuis en bij de voetbalvelden. Het was mogelijk om bewoners te betrekken, maar het vroeg wel om een flinke inspanning om hen te bereiken.”
De betrokkenheid van bewoners is cruciaal, niet alleen om inzicht te krijgen in de problemen, maar ook om draagvlak te creëren voor de oplossingen. De pilot laat zien dat persoonlijke benadering, zoals het fysiek afnemen van enquêtes en het voeren van gesprekken op informele locaties zoals de wasserette en het buurthuis, effectief is in het bereiken van een brede groep aan bewoners. Vooral bewoners die anders vaak niet bereikt worden.
De bevindingen: spanningen en onzekerheden
Uit het onderzoek blijken er verschillende spanningen te zijn, vooral tussen bewoners van verschillende culturele achtergronden, tussen jongeren en andere buurtbewoners, en tussen mensen met psychiatrische of verslavingsproblemen en de rest van de buurt. Hoewel openlijke incidenten zeldzaam zijn, zijn de onderhuidse spanningen sterk voelbaar. Deze spanningen ontstaan vaak door miscommunicatie en onbegrip. Bijvoorbeeld wanneer de bewoners niet goed Nederlands met elkaar kunnen praten. “Een voorbeeld: in het trappenhuis wil de één zeggen over een vuilniszak die op de gang is blijven staan: ‘Kun je je vuilniszak naar beneden brengen, want ik kan er zo niet erlangs met mijn rollator,’ maar omdat ze elkaars taal niet spreken en elkaar daardoor niet goed begrijpen, leidt het vaak tot miscommunicatie en frustratie”, legt Theijsmeijer uit. Ergernissen groeien over en weer en het met elkaar uitpraten en bijleggen lukt niet. Van Wonderen vult aan: “Maar zelfs als de Nederlandse taal goed wordt beheerst, zijn de spanningen soms al zo groot geworden dat normaal communiceren bijna onmogelijk wordt.” Er is lang niet altijd duidelijkheid over wat als normaal gedrag wordt gezien en dat leidt vaak tot meer verbale agressie.
Deze onzekerheden worden versterkt door de aanwezigheid van bewoners met kwetsbare achtergronden, zoals psychische aandoeningen of verslavingsproblemen. Theijsmeijer benadrukt een gevoel van onveiligheid bij de ouders en kinderen in de buurt: “Sommige ouders laten hun kinderen niet buiten spelen omdat ze bang zijn voor bepaalde bewoners. Ouders leren hun kinderen tactieken, zoals in een rechte lijn naar school en terug naar huis lopen, zonder oogcontact met anderen te maken, omdat dat als veiliger wordt ervaren. Een vader uit de buurt verwoordde het treffend: ‘Heel eerlijk, als er één of twee mensen een beetje raar doen, wil ik ze best helpen. Maar het zijn er zoveel. Ik heb ook een gezin en een baan. Het is niet dat ik niet wil helpen, maar het is gewoon te veel om aan te kunnen.’ Deze overbelasting van problemen in de buurt leidt ertoe dat veel bewoners niet meer weten hoe ze de situatie moeten aanpakken.”
Een ander pijnpunt was het wantrouwen richting de overheid en lokale instanties. Veel bewoners voelden zich onvoldoende gehoord en zagen professionals vaak als afstandelijk. Dit wantrouwen werd versterkt door de hoge mate van anonimiteit en wisseling van professionals in de buurt.
Succesvolle interventies en sociale impact
Op basis van deze bevindingen zijn er drie interventies geselecteerd: Vreedzaam van Stichting Vreedzaam, Thuis in je Wijk van het Netwerk Informele Zorg Utrecht (NIZU) en de training Multicultureel Vakmanschap van de BeHr Groep. Deze interventies hebben elk hun eigen focus, maar delen het doel om de sociale cohesie te versterken en het vertrouwen tussen bewoners en professionals te herstellen.
De interventie Vreedzaam richt zich op het creëren van een gezamenlijke vreedzame taal en handelswijze. Denk aan duidelijkere gedrags- en omgangsregels en elkaar beter leren kennen. Het is daarbij belangrijk dat de vreedzame omgangsvormen overal in de buurt wordt toegepast: op school, op straat, op de sportvereniging. Dat betekent dat zowel kinderen, buurtbewoners, sleutelfiguren als buurtprofessionals worden getraind in Vreedzaam. “Eén van de doelen is bijvoorbeeld dat bewoners zelf leefregels zouden bedenken, vergelijkbaar met regels die kinderen op het schoolplein afspreken. Dit leidde tot een bord met leefregels die rekening hielden met de omwonenden”, licht Theijsmeijer toe.
Thuis in je Wijk is een interventie die zich specifiek richt op kwetsbare bewoners, met als doel hen meer thuis te laten voelen in hun eigen buurt. Door gelijkwaardige samenwerking tussen informele en formele organisaties te bevorderen, krijgen juist deze bewoners meer toegang tot het bestaande aanbod en de voorzieningen in de wijk. In dit kader is er ook gestart met een maandelijks spreekuur van de wijkagent.
De training Multicultureel Vakmanschap geeft professionals de tools om effectiever om te gaan met diversiteit. De training leert hen niet alleen over verschillende culturele achtergronden, maar ook over de diverse leefwijzen en waardensystemen die in de buurt aanwezig zijn. Deze training is essentieel om misverstanden te voorkomen en de communicatie te verbeteren.
Lessen voor andere wijken
De pilot in de 3S-Drevenbuurt van Utrecht Overvecht biedt waardevolle lessen voor andere wijken die kampen met vergelijkbare vraagstukken. Allereerst toont deze pilot het belang aan van een integrale aanpak, waarbij zowel bewoners als professionals actief worden betrokken. Het persoonlijk benaderen van bewoners, hen daadwerkelijk onderdeel maken van de oplossing, en het bouwen aan langdurige relaties zijn cruciaal voor het succes van de interventies.
Daarnaast benadrukt de pilot het belang van zichtbaarheid en continuïteit van professionals in de wijk. “Het vertrouwen dat professionals opbouwen bij bewoners in de buurt vergt investering, maar met name ook dat professionals voor langere tijd actief blijven in de buurt”, stelt Van Wonderen vast.
Voor andere wijken is het van belang om vroegtijdig signalen van polarisatie op te vangen en te handelen in ‘vredestijd’, voordat spanningen escaleren. Door methodieken zoals Vreedzaam en Thuis in je Wijk toe te passen, kunnen andere buurten ook werken aan een meer verbonden samenleven.
Foto’s: Stichting DOCK
Kristel Jeuring, LSA
Van polarisatie naar verbinding in buurten: handreiking, stappenplan en praktijkvoorbeelden
Kennisplatform Inclusief SamenlevenMet bewoners naar een leefbare en veilige buurt
Verwey-Jonker Instituut