Volwaardig aan tafel: bewonersinitiatieven als spin in het web in Uithoorn

Auteur Judith Sudhölter
Organisatie WijkWijzer
Foto: Stichting Oranjebuurt

Hoe praat je als bewonersorganisatie volwaardig mee met de gemeente en andere lokale belanghebbenden? Stichting Oranjebuurt Uithoorn schreef een visie en meerjarenplan en zet zichzelf daarmee op de kaart als serieuze gesprekspartner. Ook een gemeentelijke ‘participatiemakelaar’ speelt daarbij een rol.

“Uithoorn was altijd een gezellig slaapstadje in de periferie van Amsterdam, maar de tijden veranderen en de grote stad komt steeds dichterbij,” vertelt Marcel Zethoven, voorzitter van Stichting Oranjebuurt Uithoorn: “Vanwege de woningcrisis trekken steeds meer jonge gezinnen de stad uit. Het OV past zich aan: op dit moment wordt de Noord-Zuidlijn doorgetrokken naar Uithoorn. Maar daarmee komt ook de grootstedelijke problematiek naar ons pittoreske stadje aan de Amstel.” De buurtbeheerorganisatie speelt proactief op deze actuele ontwikkelingen in en zet zichzelf daarmee op de kaart als serieuze gesprekspartner binnen de gemeente.

Buurtbeheer te vaak reactief

Het idee om een meerjarenplan te schrijven kreeg Zethoven op de ‘Dag van de Buurt’, georganiseerd door het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA): “Ik hoorde daar dat bewonerscollectieven vaak als los zand aan elkaar hangen. Ze reageren voornamelijk reactief, bijvoorbeeld door bezwaar aan te tekenen tegen al afgegeven vergunningen. Daardoor worden ze vaak niet serieus genomen, of zelfs als ‘pain in the ass’ ervaren.”

Burgerparticipatie

Dat kan anders, dacht Zethoven. Hij koppelde deze boodschap terug aan zijn medebestuursleden en samen besloten zij hun organisatie te professionaliseren: “We hebben een visie, missie en meerjarenplan opgesteld. Dit is nodig om als volwaardig gesprekspartner mee te praten. Vrijwel alle partijen die lokaal een rol spelen – de gemeente, provincie, politie, ondernemersvereniging, woningbouwvereniging, gezondheidszorg – hebben zo’n plan. Op deze manier laten we als stichting ook zien wie we zijn en wat we van elkaar verwachten.”

De professionalisering van bewonerscollectieven past in de trend richting meer burgerparticipatie. Afgelopen zomer legde de stichting het plan voor aan het college van B&W en alle afzonderlijke gemeenteraadsfracties in Uithoorn. “De reacties waren erg positief en ik verwacht zeker een aantal punten terug te zien in de partijprogramma’s voor de komende gemeenteraadsverkiezingen,” zegt Zethoven.

Buurtbeheer als spin in het web

Maar daar laat Stichting Oranjebuurt het niet bij. De organisatie is betrokken bij allerlei grote en kleine zaken die in Uithoorn spelen. Zethoven: “We hebben een bloeiende activiteitencommissie die door het jaar heen allerlei evenementen in het centrum van Uithoorn organiseert. Daarnaast initieerden we bijvoorbeeld ook een jaarlijkse buurtschouw. We lopen met bewoners, politie en andere betrokkenen door de wijk en signaleren wat aandacht nodig heeft: van losse stoeptegels tot plekken waar sprake is van overlast door hangjongeren.”

Metro en grootstedelijke problematiek

De komst van de Uithoornlijn is een belangrijk thema voor de stichting. “Op basis van ervaring met andere metrolijnen, kunnen we nu al voorspellen wat de effecten zijn,” weet Zethoven, die in zijn werkzame leven adviseur Leefbaarheid en Veiligheid is bij een adviesbureau voor de publieke sector. Daarvoor maakte hij carrière bij de politie, waar hij achtereenvolgens werkte als wijkagent in Amsterdam, hoofd van, en vervolgens woordvoerder van alle Nederlandse wijkagenten. Deze ervaring komt goed van pas bij zijn inzet voor het centrum van Uithoorn. Zethoven: “Aan de ene kant zal de nieuwe metrolijn leiden tot een instroom van criminelen die gratis het OV pakken, hun ding doen en weer richting de grote stad verdwijnen. Aan de andere kant zal Uithoorn zich ontwikkelen tot een hub voor forenzen die hun auto in de wijk parkeren om vanaf daar goedkoop de binnenstad in te reizen. De metrolijn zal pas over 3 jaar gaan rijden, maar om niet achter de feiten aan te lopen is het belangrijk hier nu alvast op voor te sorteren.”

Daklozen

“Een ander grootstedelijk probleem waar Uithoorn pas recentelijk mee te maken kreeg, is overlast door daklozen, die vaak ook een alcoholprobleem hebben,” vertelt Zethoven: “Door onze korte lijntjes met het gemeentebestuur konden we vrij snel een alcoholverbod invoeren via de APV. Helaas was er te weinig capaciteit om dat te handhaven. En bovendien trok één overlastgever zich weinig van het daaropvolgende gebiedsverbod aan. Uiteindelijk hebben we met succes de buurtapp kunnen inschakelen om deze persoon uit de wijk te weren.” Om op de langere termijn meer constructief met dit soort situaties om te kunnen gaan, kwam de gemeente Uithoorn met het project ‘Zorg en Veilig’: Stichting Oranjebuurt nam initiatief om in het kader daarvan een convenant op te stellen waarin alle partijen informatie met elkaar kunnen delen. “Daarmee willen we het sociale domein in één netwerk bij elkaar brengen, zodat we snel kunnen ingrijpen vóórdat er overlast ontstaat. Maar vooral ook om betere zorg te bieden aan eenzame en verwarde personen,’’ aldus Zethoven.

Foto: Stichting Oranjebuurt

Samenwerking met gemeente

Stichting Oranjebuurt Uithoorn representeert zo’n meer dan 1200 wijkbewoners waarmee ze actief contact onderhoudt via sociale media en een digitale nieuwsbrief. Over het algemeen ervaart Zethoven de samenwerking met de gemeente en andere lokale belanghebbenden als zeer positief: “Alleen bij het ambtenarenapparaat loopt het soms mis. Zij zijn gewend zomaar besluiten te kunnen nemen en vergeten ons eerst te consulteren. Maar voor hen is dit ook een transitieperiode.”

Participatiemakelaar

De goede samenwerking is ook te danken aan participatiemakelaar Marius Reijnen. Drie jaar geleden stelde de gemeente Reijnen aan als vast aanspreekpunt voor bewonersinitiatieven. Reijnen: “Er zit veel kracht in de Uithoornse samenleving. Zo hebben we naast Stichting Oranjebuurt nog twee bewonersinitiatieven die zich inzetten voor andere wijken. Met een klein beetje hulp kunnen dit soort organisaties veel bereiken. Als participatiemakelaar help ik mee om verbindingen te leggen met andere partijen. En denk ik bijvoorbeeld mee over financiering, huisvesting en vergunningen – zonder de trekkende rol over te nemen.” Voor initiatieven is het een groot voordeel dat ze één aanspreekpunt hebben bij de gemeente, die ook de regie binnen de gemeente heeft. Reijnen: “Eerder werd men soms van de ene naar de andere afdeling gestuurd. Daardoor sneuvelden sommige plannen en dat is doodzonde.”
Wat kunnen andere gemeenten hiervan leren?

Aanrader

De inzet van een participatiemakelaar is dus een aanrader voor andere gemeenten. Zethoven: “Wat ik ook een goed idee vind, is om wethouders aan wijken te koppelen. In een aantal gemeenten gebeurt dit al. Nu wordt er nog te vaak in hokjes gedacht: dit hoort bij sociale zaken, dat bij ruimtelijke ordening. Maar zij staan niet los van elkaar. Op wijkniveau komen juist alle domeinen samen.”

En er is dus veel te winnen als je betrokken bewoners faciliteert. Zethoven: “Er is zoveel kennis en ervaring beschikbaar. Ik adviseur andere gemeenten veel meer gebruik te maken van de expertise van betrokken bewoners.” Reijnen beaamt dat: “Als gemeente zijn we heel blij met de betrokkenheid en inzet van actieve burgers. Alleen met elkaar kan je de leefbaarheid in de buurt goed houden. Bewoners signaleren ook veel sneller wat er niet goed is of gaat in de wijk. Als gemeente willen we dat initiatieven in de samenleving tot bloei komen en dat inwoners verantwoordelijkheid en eigenaarschap kunnen nemen.”

Maak een account aan

Om artikelen aan je leeslijst toe te voegen en om artikelen en events met bepaalde thema's of van specifieke organisaties of auteurs te volgen, moet je ingelogd te zijn.