Bewonersperspectief in Dordrecht West: tussen rommel en hoop
In Dordrecht West ruimt een groeiende groep bewoners het afval op in hun buurt. Wat begon met ergernis en stress over vuilniszakken, bijplaatsingen en ratten, groeide uit tot iets groters: een zoektocht naar invloed, eigenaarschap en samenwerking.
Het zijn bewoners die het voortouw nemen – soms uit frustratie, vaak uit liefde voor hun buurt – in een omgeving waar vertrouwen in de overheid niet vanzelfsprekend is. Tegelijkertijd botst hun inzet geregeld op systemen die niet zijn ontworpen voor betrokkenheid van onderop. Maar juist daar, tussen de wrijving, ontstaat beweging en wederzijds begrip. Afval gaat verder dan rommel op straat: het kan het begin van een gesprek worden. Hoe dat werkt -en wringt- dit in de praktijk?
Dit artikel is geschreven in het kader van Ga de wijk in, een leertraject van WijkWijzer voor professionals in de NPLV-gebieden. In dit traject staat de vraag centraal hoe je als programmaorganisatie werkt aan een duurzame relatie met bewoners. Hoe sluit je aan bij wat er leeft, zonder de energie van bewoners in te kapselen? Hoe stimuleer je eigenaarschap, zonder de regie over te nemen?
Beweging vanuit de buurt
Dennis Buitenga woont al 25 jaar in de wijk Crabbehof en zag zijn wijk langzaam achteruitgaan. “Ratten, troep, gedoe met containers en niemand die er iets aan deed”, vertelt hij. De ergernis stapelde zich op, tot hij besloot in actie te komen. Samen met SP Dordrecht hield hij een buurtpeiling. Buitenga deelde de uitkomsten –zorgen over veiligheid, vervuiling en onverschilligheid – met de wijkmanager en de wethouder. Zo ontstond de eerste beweging. “Je voelt je soms machteloos en het wantrouwen in de overheid is groot. Alsof niemand luistert. Maar als je blijft wachten, verandert er niks.”
Bea Kolk uit Krispijn herkent dat gevoel. “Als ik ’s ochtends met de hond liep en weer bergen afval bij de containers zag, begon mijn dag al met ergernis. Je ruimt iets op, maar het komt steeds weer terug. Dat geeft stress.” In een GGD-project over gezondheid in de wijk kwam dat gevoel breed naar voren: bewoners ervoeren het afval als bron van onrust en machteloosheid.
Je voelt je verantwoordelijk, maar je hebt er geen grip op. En ondertussen lopen de ratten tussen de zakken door.
Samen met buurtgenoten besloot Kolk daarom in actie te komen. Ze richtten de wijkraad Krispijn op en koppelden afvalbestrijding aan ontmoeting. Er kwamen afvalfeesten, bordjes tegen hondenpoep en sinds kort een ‘afvalkikker’: een grote prullenbak in de vorm van een kikker met een open bek, die uitnodigt om afval in te gooien. “Vooral pizzadozen verdwijnen daar nu in, waar die eerst overal op de speelplaats lagen. Ik maak hem regelmatig zelf leeg, want als het werkt, moet je het ook volhouden.” Zo werd afval het beginpunt van iets nieuws.
Zowel Buitenga als Kolk kregen gaandeweg meer erkenning. Buitenga werd wijkambassadeur en zorgt nu samen met andere bewoners voor schonere straten. Ze krijgen hesjes, prikstokken en handschoenen, toegang tot containers en zijn verzekerd voor hun werk. “Een kleine vergoeding voor onze inzet zou welkom zijn”, zegt hij. “maar het belangrijkste is dat we serieus worden genomen.” Hun inzet laat zien hoe bewoners – ondanks gevoelens van wantrouwen en machteloosheid – toch manieren vinden om hun leefomgeving te verbeteren, en daarmee nieuwe verbindingen tot stand brengen tussen bewoners en overheid.
De wijkmanagers bouwen bruggen
Kolk merkt op dat bewoners huiverig zijn om opnieuw mee te doen aan initiatieven, zeker wanneer de gemeente ook betrokken is. “Ze zijn eerder voor de gek gehouden. Dan mochten ze wel iets zeggen, maar er gebeurde niets.” Dat wantrouwen wegnemen vraagt om daden. En juist daar spelen wijkmanagers als Anka Muller en André Klijmij een verbindende rol.
Muller ontmoette Buitenga toen hij zijn frustratie over afval en overlast deelde. Muller ging naast hem staan en dat bleek het begin van een samenwerking. Zij regelde praktische zaken als een hesje en een pasje voor de containers. Zo kon Buitenga aan de slag, herkenbaar en met slagkracht. Het begon met één bewoner en groeide uit tot de werkgroep Schoon, Heel en Samen. Een vaste groep bewoners die regelmatig samenkomt, de wijk schoonhoudt, signalen deelt en meedenkt over verbeteringen.
Hun inzet bleef niet onopgemerkt: ze worden uitgenodigd voor bijeenkomsten, hun signalen komen terug in beleid en ze worden zichtbaar gewaardeerd door wethouders en ambtenaren. En dat is belangrijk, omdat er achter het afval opruimen meer verhalen schuilgaan. “Sommige bewoners vertellen dat afval opruimen hen helpt om trauma’s te verwerken. Een man met slapeloosheid gaat ’s nachts opruimen en voelt zich dan nuttig. Een andere bewoner die slachtoffer werd van een overval kreeg via dit werk weer meer vertrouwen in de wijk,” zegt Muller. “Het gaat om veel meer dan een schone stoep.”
In Krispijn ondersteunde Eveline van de Lagemaat, community builder in opdracht van LSA Bewoners, bewoners bij het opzetten van een formele wijkraad. “Die groep kwam voort uit een GGD-onderzoek. De bewoners waren actief en gemotiveerd. Ze wilden niet alleen praten over afval, maar ook over jeugd, groen en veiligheid. Nu is er een stichting met themagroepen.” Van de Lagemaat (inmiddels wijkconciërge) en Klijmij hielpen hen met ruimte, structuur en contact met de gemeente. Het resultaat: een wijkraad met een bestuur en actieve werkgroepen die hun eigen vergaderingen plannen, waarin de gemeente aanschuift als gast. De ervaringen in Crabbehof en Krispijn versterken elkaar. En Muller en Klijmij moedigen een kruisbestuiving actief aan.
Fixi: waar leef- en systeemwereld elkaar kruisen
Fixi is de officiële meldapp van de gemeente Dordrecht, bedoeld om meldingen te doen over zwerfafval, losse stoeptegels, kapotte lantaarnpalen en andere zaken in de openbare ruimte. De app is overzichtelijk en efficiënt ingericht voor registratie en opvolging. Maar in de praktijk blijkt dat veel bewoners er weinig gebruik van maken.
“Fixi werkt niet voor iedereen,” zegt wijkmanager Muller. “Veel bewoners kunnen er niet mee uit de voeten – vanwege taal, digitale vaardigheden of gewoon omdat het vertrouwen ontbreekt dat er iets met hun melding gebeurt.” En dat zorgt voor een spanning: wat niet geregistreerd wordt, bestaat in beleidsdata niet. Terwijl bewoners de problemen wel dagelijks ervaren.
Om die kloof te overbruggen, werkt Muller in Crabbehof met een wijkconciërge die meldingen helpt invoeren. Bewoners maken een foto of geven mondeling door wat er speelt, de conciërge verwerkt het in het systeem. Zo wordt de leefwereld tóch zichtbaar in de systeemwereld – al blijft het wringen dat informele signalen pas meetellen als ze formeel worden vastgelegd.
Het programmabureau zoekt en ondersteunt
Mirjam Vermaat is programmadirecteur van Samen Dordt West. Ze ziet het als haar taak om bewonersperspectieven niet alleen te horen, maar ook daadwerkelijk invloed te geven. “Je kunt een bewoner aan tafel zetten bij een bestuurlijk overleg en dat op papier afvinken. Maar heb je daarmee ook daadwerkelijk invloed geregeld? Ik denk het niet.”
Daarom kiest Vermaat voor een veelzijdige benadering, waarin bewoners op verschillende manieren en momenten kunnen aanhaken. Denk aan een digitaal platform (www.samendordtwest.nl), wijkkranten, koffiekarren, participatief actieonderzoek en een leeragenda gebaseerd op verhalen en ervaringen.
We sluiten aan waar de energie zit. Bij bewoners leeft afval als grootste ergernis, dus daar zijn we mee begonnen.
In Krispijn leidde een GGD-project tot een participatief onderzoek waarin bewoners zelf bepaalden welk onderwerp ze wilden onderzoeken, en hoe. In dit geval: fotoreportages van vervuilde plekken met aanbevelingen voor de gemeente. Dat gaf nieuw vertrouwen. De bewoners richtten een stichting op, vroegen subsidies aan en bepaalden hun eigen agenda.
Ook in de relatie tussen overheid en bewoners blijft de spanning voelbaar. Zo wachtte een bewoonster ooit anderhalf uur tevergeefs op een ambtenaar die zijn afspraak niet nakwam. “Ik heb die ambtenaar daarop aangesproken,” zegt Vermaat. “We bouwen hier aan iets. Als je dan mensen laat wachten alsof hun tijd er niet toe doet, ondermijn je dat volledig.”
Ze ziet het vaker: bewoners worden pas betrokken op het moment dat de plannen al vastliggen. “Dan mogen ze misschien nog kiezen tussen de linker of rechter parkeerplaats, maar dat is geen invloed. Als je écht wil samenwerken, moet je eerder beginnen – en vaker zónder agenda de wijk in.”
Dat die omslag tijd en oefening vergt, is volgens haar onvermijdelijk. Ze beschrijft hoe de wijkraad in Krispijn inmiddels zo stevig staat, dat zij nu zelf de gemeente uitnodigen. “Dan krijg ik een agenda met: ‘wij willen graag dat je bij punt drie aansluit’. En daarna mag ik weer gaan. De rollen zijn omgedraaid – en dat is precies de bedoeling.”
Samen leren, samen veranderen
Wat gebeurt er als bewoners wél gehoord worden? Als een afvalknijper niet alleen een hulpmiddel is, maar ook een symbool van invloed? In Dordrecht West zie je het ontstaan. Met vallen en opstaan, met botsingen en misverstanden, maar ook met wederzijds begrip en groei.
Buitenga en Kolk laten zien hoe bewonersinitiatieven kunnen uitgroeien tot structuren met zeggenschap. Muller en Klijmij tonen hoe ambtenaren nabij kunnen zijn zonder te sturen. En Vermaat laat zien dat programmaleiding niet alleen gaat over kaders en resultaten, maar over de ruimte om te leren en te veranderen.
Vermaat pleit voor zichtbaarheid zonder agenda. “Soms fiets ik kriskras door de wijk naar een overleg. Je komt altijd wel iemand tegen. Daar begint het.” Vertrouwen ontstaat niet in vergaderzalen, maar op straat. Niet door documenten, maar door daden. Betekenisvolle verandering begint niet bij beleid, maar bij aanwezigheid. En leren doe je samen – op straat, aan de stoep en soms bij een afvalkikker.
Wat kunnen andere gemeenten hiervan leren?
- Begin bij de energie: sluit aan bij wat bewoners belangrijk vinden – niet bij een beleidsplan.
- Maak zichtbaar verschil mogelijk: laat meldingen en inzet ook echt resultaat hebben.
- Zorg voor bruggenbouwers: zorg voor professionals die bewoners én systeem begrijpen – en die er gewoon zijn, zonder agenda.
Voorkom onderzoeksmoeheid van bewoners
WijkWijzerDigitale verbinding in drie duurzame vormen
Buurtwijs